Marc-Antoine Charpentier (1643-1704)

Marc-Antoine Charpentier werd geboren in 1643 in Parijs in een welgestelde familie. Zijn vader, Louis Charpentier, was een notaris en procureur, een gerespecteerde positie die de familie een zekere mate van welvaart en sociale status verschafte. Over zijn moeder, Anne Toutré, is minder bekend, maar het is waarschijnlijk dat zij, zoals veel vrouwen van haar tijd, een huiselijke rol vervulde. De exacte geboortedatum van Charpentier is onbekend, aangezien er geen geboorteregistratie is bewaard gebleven, wat niet ongebruikelijk was in die tijd.

Als telg uit een welgestelde familie, was het niet ongebruikelijk dat Marc-Antoine een goede opleiding genoot, mogelijk in een jezuïetenschool. Hoewel er verder weinig details over zijn opleiding gekend zijn, staat het vast dat hij al heel vroeg met muziek in aanraking kwam en zich onderscheidde door zijn muzikale talenten.

Italiaanse invloeden aan een Frans hof

In de jaren 1660 reisde Charpentier naar Italië, waar hij, vermoedelijk van 1667 tot 1669,  studeerde onder de beroemde componist Giacomo Carissimi in Rome. Carissimi was een van de belangrijkste componisten van oratoria en motetten in die tijd, en zijn invloed op Charpentier was diepgaand.

Deze periode in Italië was cruciaal voor Charpentiers ontwikkeling als componist en voor zijn populariteit wanneer hij naar Frankrijk terugkeerde. Italiaanse muziek was immers zeer geliefd bij de Franse adel, en het is dan ook niet verbazingwekkend dat Charpentier, kort na zijn terugkeer, in dienst kon gaan bij één van de belangrijkste beschermvrouwen van de kunsten in het land, Marie de Lorraine, hertogin de Guise. Met haar steun kon hij een breed scala aan muzikale werken componeren. Voor de hertogin van Guise schreef Charpentier zowel seculiere als sacrale stukken, wat hem in staat stelde zijn vaardigheden verder te verfijnen en zijn eigen stijl te definiëren. Hij componeerde talrijke motetten, missen en psalmen voor haar, waarbij hij een breed scala aan genres besloeg. Zijn muziek voor de Guise-familie toonde zijn meesterschap in zowel grote koorwerken als intieme kamermuziek. Een van de bekendste werken uit deze periode is de Messe à quatre choeurs, die de grandeur en complexiteit van zijn religieuze muziek illustreert.

Opmerkelijke theatermuziek

In 1672 begon Charpentier samen te werken met de beroemde toneelschrijver Molière. Na een conflict met Jean-Baptiste Lully, Molières vorige muzikale partner, wendde Molière zich tot Charpentier voor de muziek bij zijn komedie-ballets. Hun samenwerking resulteerde in enkele van de meest opmerkelijke theatermuziek van die tijd. Eén van de vruchten van die samenwerking was Le Malade Imaginaire, dat in 1673 in première ging.

Marc-Antoine Charpentier
Posthume prent van Marc-Antoine Charpentier

Met Le Malade Imaginaire vertellen Molière en Charpentier het verhaal van hypochondrische Argan, die zichzelf als een zieke beschouwt en voortdurend artsen om zich heen heeft. Hij wil zijn dochter Angélique uithuwelijken aan een arts om zijn eigen medische kosten te drukken. Charpentiers muziek versterkt het komische aspect van het toneelstuk en onderstreept de grappige situaties, waarin de medische wereld belachelijk wordt gemaakt.

Deze samenwerking was cruciaal voor de ontwikkeling van het Franse komedie-ballet. Tegelijkertijd vestigde ze Charpentier niet alleen als een veelzijdige componist, maar ook als één van de belangrijkste figuren van de Parijse muzikescène.

Ook na het overlijden van Molière, reeds in 1673, bleef Charpentier een geliefde componist voor theater auteurs. Zo werkte hij ook samen met Thomas Corneille en Jean Donneau de Visé. Keer op keer componeerde hij werken die meer musici vereisten dan het aantal dat Lully’s monopolie op theatrale muziek toeliet, tot de muziekgroep in 1685 besloot om Lully’s beperkingen te aanvaarden, wat meteen ook een einde maakte aan Charpentiers loopbaan als theater componist.

Prestigieuze aanstellingen

Toch betekende dit niet dat Charpentiers loopbaan daarmee helemaal ten einde kwam. Integendeel. Reeds in 1679 werd hij door de Grand Dauphin, de oudste zoon van Lodewijk XIV, aangesteld als componist voor de kapel van de prins. Voor hem schreef hij voornamelijk devotionele stukken, uitgevoerd door een klein ensemble. Mits de toelating van de hertogin de Guise, hergebruikte hij sacrale werken die hij voor haar schreef, een gunst die de hertogin zonder twijfel  goed uitkwam. En voor Charpentier zelf, legde dit natuurlijk evenmin windeieren. Zo kreeg hij al in 1683 een koninklijk pensioen, wat hem een zeer sterke financiële zekerheid gaf. 

Ook wanneer in 1688 zijn beschermvrouwe, de hertogin de Guise, overleed en daarmee zijn tewerkstelling aan het hof van de de Guises eindigde, was Charpentier’s reputatie zodanig gevestigd, dat hij vlot werd aangetrokken door de Jezuïeten als maître de musique voor hun Collège de Louis-le-Grand, en vanaf 1691 voor hun Eglise de Saint-Louis. In deze functie creëerde hij enkele van zijn meest gedenkwaardige religieuze composities, waaronder het Te Deum, waarvan de prelude tegenwoordig wellicht zijn bekendste werk is. Dit stuk, met zijn beroemde prélude, is door de jaren heen gebruikt als het themalied van de Europese Unie.

Waar Charpentier tot voor zijn verhuis naar de Saint-Louis vooral bekend stond om zijn oratoria, richtte hij zich vanaf dan vooral op bewerkingen van bijbelse psalmen en andere liturgische teksten. In deze periode werd hij ook de muziekleraar van Philippe de Chartres (later Philippe d’Orléans), die later niet alleen regent zou worden voor de jonge Lodewijk XV, maar zelf ook een begenadigd componist werd.

In 1698 werd Charpentier kapelmeester van de beroemde Saint-Chapelle in Parijs, waar hij tot aan zijn overlijden in 1704 zou blijven werken. Hoewel hij sinds zijn aanstelling bij de Jezuïeten zeer productief was, zijn er uit de periode van 1690 tot 1704 slechts weinig van zijn werken bewaard gebleven. 

Hij overleed in de Sainte-Chapelle op 24 februari 1704, en werd begraven op de nu verdwenen bijhorende begraafplaats.

Philippe d'Orléans, regent
Philippe, hertog van Chartres en later van Orléans, was één van de voornaamste leerlingen van Charpentier

Invloeden en muzikaal nalatenschap

Marc-Antoine Charpentiers muziek wordt gekenmerkt door zijn expressieve melodieën, rijke harmonieën en innovatieve structuren. Hij had een uitzonderlijk talent voor het combineren van de dramatische en emotionele expressiviteit van de Italiaanse barokstijl met de elegante en verfijnde Franse muzikale traditie. Dit resulteerde in een unieke muzikale taal die zowel krachtig als subtiel was, en die zijn werken onmiddellijk herkenbaar maakte.

Charpentier’s werk omvatte een breed scala aan genres, waaronder oratoria, motetten, opera’s, cantates en instrumentale muziek. Zijn oratoria en motetten tonen zijn meesterschap in het schrijven van complexe vocale polyfonie, terwijl zijn opera’s en cantates blijk geven van zijn vaardigheid in dramatische storytelling en karakterontwikkeling door middel van muziek. Zijn instrumentale muziek, hoewel minder bekend, is ook van hoge kwaliteit en toont zijn inventiviteit en gevoel voor structuur.

Ondanks de dominantie van Jean-Baptiste Lully aan het Franse hof, wat Charpentiers kansen beperkte om een prominente positie te verwerven, bleef hij trouw aan zijn artistieke visie en wist hij toch tot het hof van de Grand Dauphin en de latere Philippe d’Orléans door te drineg. Lully’s monopolie op de Franse operascène dwong Charpentier vaak om alternatieve wegen te zoeken voor zijn muzikale expressie. Zo richtte hij zich meer op religieuze muziek en het componeren voor privébeschermers zoals de hertogin van Guise. Charpentier’s toewijding aan zijn kunst blijkt des te meer uit zijn voortdurende innovatie en experimentatie binnen verschillende muzikale vormen en stijlen. Hij was niet bang om conventies te doorbreken en nieuwe muzikale mogelijkheden te verkennen. 

Daarnaast wist Charpentier als geen ander de liturgische en spirituele elementen in zijn religieuze composities te integreren, waardoor hij diepgaande muzikale ervaringen creëerde die de luisteraar raken. Zijn Te Deum is een prachtig voorbeeld van hoe hij de grandeur van de tekst muzikaal weet te vertalen. De beroemde prélude van dit werk, met zijn krachtige en majestueuze opening, blijft een van de meest herkenbare melodieën uit de barokperiode. Charpentier’s vermogen om emotie en devotie over te brengen, maakt zijn religieuze werken bijzonder indrukwekkend en onvergetelijk.

Ondanks de uitdagingen en beperkingen waarmee hij werd geconfronteerd, bleef Charpentier onvermoeibaar componeren en bijdragen aan de rijke muzikale cultuur van zijn tijd. Zijn werk biedt een fascinerend inzicht in de muziek en cultuur van het late 17e-eeuwse Frankrijk en blijft een bron van inspiratie en bewondering voor muzikanten en luisteraars over de hele wereld. Zijn muzikale nalatenschap, vooral zijn religieuze muziek en zijn bijdragen aan het Franse theater, wordt nog steeds gewaardeerd en uitgevoerd.

(Bronnen: Wikipedia, geneanet.org)

Compagnie Trespugliese

Het gezelschap Trespugliese bestaat uit de Argentijnse tangodansers Sebastian Ovejero, oorspronkelijk afkomstig uit het noordwesten van Argentinië, en Marie Quilly, die opgroeide in Bretagne.
Na ongeveer tien jaar in Spanje te hebben gewoond, besloten Sebastian en Marie zich in Frankrijk te vestigen terwijl ze hun tournees voortzetten met verschillende muziekgroepen in Spanje en Frankrijk, maar ook in Portugal, Rusland, Israël en Argentinië.
Ze deelden onder meer het podium met gitarist Lakmal Peiris in Madrid of met Proyecto Tamgú tijdens het Granada International Tango Festival (Spanje). Ze hebben La Porteña Tango Trío meerdere malen begeleid op internationale tournees. Ze werkten samen met de alternatieve tangogroep Galeon Tango en met het Théâtre équestre de Bretagne.
Momenteel worden ze opgemerkt op de Franse podia als dansers van het klassieke muziekduo Fortecello en het tangotrio Fortecello Project.

Ze bieden ook verschillende dansshows aan die zijn aangepast aan alle soorten publiek, ruimtes en logistiek, en bieden regelmatig workshops en cursussen aan voor verschillende tangostructuren en festivals in Frankrijk en elders.

Carmela Delgado

Carmela Delgado werd in 1991 in Parijs geboren en studeerde aan het Conservatorium van Gennevilliers en in Argentinië. Ze treedt op in gerenommeerde concert- en operahuizen, waaronder Straatsburg, Mulhouse en Rennes, en speelt tangomuziek zoals “Maria de Buenos Aires” en “MisaTango”. Ze werkt samen met ensembles als L’Orchestre de Bretagne en L’Orchestre Lutetia.

Internationaal trad ze op in Praag met “Maria de Buenos Aires”. In Argentinië werkte ze met muzikanten als Ramiro Gallo en Rudi Flores. Carmela focust op tango en improviseert en speelt kamermuziek in diverse ensembles zoals Cuarteto Lunares en EOS.

Ze onderzoekt Argentijnse folklore en flamenco, werkt samen met haar vader Manuel Delgado, en tourde in 2018 door China met het Franse chanson-ensemble Canaille de Panam. Carmela doceert bandoneon aan het Conservatorium Edgard-Varèse en geeft masterclasses op festivals als Tango de Tarbes en het International Institute for World Music.

Philippe Argenty

Philippe Argenty gaat in 2000 naar de Muziekacademie en verhuist in 2003 naar Parijs om zich op muziek en piano te concentreren. In 2005 begint hij aan het Conservatori Superior de Música van Liceu in Barcelona, waar hij in 2011 afstudeert met een diploma in “Piano Performance” en de hoogste onderscheiding krijgt voor zijn uitvoering van Liszts 2e Pianoconcert.

In 2005 wint hij de 2e prijs op het Grand Concours International de Piano in Parijs. Sinds 2004 treedt hij op in verschillende landen, zowel solo als in kamermuziek. In 2011 gaat hij op tournee met het Barcelona-orkest “ConjuntXXI” en speelt het Liszt 2e Pianoconcert. Hij treedt op bij diverse festivals en speelt in formaties zoals Duo Fortecello en NonStop Tango Trio.

Sinds 2016 organiseert hij festivals en muziekseizoenen, waaronder “Les Clés du Classique” en “Saint Savin Piano & Master Classes Festival”. In 2017 treedt hij toe tot de raad van het Festival Pablo Casals in Prades en is sinds 2008 artistiek manager van Les Clés du Classique. In 2015 is hij jurylid bij de Festival Art Duo in Praag.

Met Anna Mikulska (Duo Fortecello) bracht hij albums uit: “Cello and Piano World Tour” (2015), “Soul of Nations” (2018), en “Chopin: Ange ou Démon?” (2022). Ze tourden door Europa, China en de VS. Met Duo Fortecello werkt hij aan het “Music for All” programma en coacht hij jonge artiesten.

Anna Mikulska

Anna Mikulska-Argenty begon haar muziekstudie op zesjarige leeftijd. In 2005 startte ze aan de Muziekacademie in Krakau en studeerde later aan de Ecole Normale de Musique in Parijs. Ze kreeg advies van bekende cellisten zoals Anner Bylsma en Arto Noras. In 2010 behaalde ze een Master’s degree en een Cello Aptitude Certificate.

Sinds 2005 speelt ze solo met verschillende orkesten, zoals het Symfonieorkest van de Muziekacademie van Krakau en het Young Philharmonic Orchestra. Ze speelde in het Cracow Royal Quartet en vormde in 2011 het Quator Volubilis. Ze trad ook op met Nigel Kennedy’s “Orchestra of Life” en tourde door Europa.

Sinds haar verhuizing naar Frankrijk werkt ze samen met het Limoges and Limousin Orchestra en het orkest van Soirées Lyriques in Sanxay. Ze specialiseerde zich in kamermuziek met formaties zoals Duo Fortecello en Trio Gatti. Haar albums met pianist Philippe Argenty omvatten “Cello and Piano World Tour” (2015), “Soul of Nations” (2018), en “Chopin: Ange ou Démon?” (2022). Ze gingen op tournee in Europa, China en de VS.

Sinds 2015 is ze co-directeur van festivals in Frankrijk en lid van de bestuursraad van het Pablo Casals Festival. Met Duo Fortecello werkt ze aan het “muziek voor iedereen” programma, dat klassieke muziek naar kleine dorpen, ziekenhuizen en scholen brengt. Daarnaast coacht ze jonge artiesten.

Pierre Vopat

Pierre Vopat werd geboren in Luik en studeerde aan het Koninklijk Conservatorium van Brussel bij Shirly Laub en haar assistenten Frédéric d’Ursel en Kerstin Hoelen. Ook kreeg hij de kans om een ​​jaar te studeren bij de beroemde violist Lorenzo Gatto.
Sinds 2014 is hij lid van de Young Belgian Strings en kreeg hij de gelegenheid om meerdere jaren op rij bij het NJO te spelen. Hij speelde ook met het Wiener Jeugdorkest, het Oostenrijkse Jeugdorkest en het Aurora Symphony Orchestra in Stockholm.
Hij is de winnaar van verschillende wedstrijden in België zoals Belfius Classics, Horlait-Dapsens en Maurice Lefranc. Momenteel bouwt Pierre een muzikale carrière op in België, met name binnen verschillende symfonische orkesten, terwijl hij een zeer intense activiteit in de kamermuziek behoudt.

Jungbin Lim

Jungbin Lim werd geboren in Zuid-Korea. In 2009 studeerde ze met grote onderscheiding af aan de Ewha Women’s University in Seoul, waar ze een leerling was van Young Lim Ham en Sun-gyu Kim.
Ze bracht haar passie voor piano tijdens verschillende concerten met het Korean Catholic Symphony and Chamber Orchestra (2009-2013). Daarnaast begeleidde ze het Accel Youth Orchestra, het Goyang Chamber Orchestra en het Pilgrim Choir.
Sinds september 2016 woont Jungbin Lim in België, waar ze studeerde aan het Koninklijk Conservatorium in Brussel, onder leiding van Boyan Vodenitcharov, waarna ze begeleiding en kamermuziek studeerde.
Momenteel combineert ze haar werk aan het Koninklijk Conservatorium Brussel als begeleider van de celloklas en haar passie voor kamermuziek in het Trio Memento.

Álvaro Quintero

Álvaro Quintero werd geboren in Colombia. Hij begon zijn muziekstudie aan het Tolima Conservatorium in zijn geboortestad en vervolgde zijn muzikale opleiding in Venezuela als deel van het beroemde El Sistema-project, waar hij de kans kreeg om in verschillende orkesten te spelen onder leiding van Gustavo Dudamel.
In 2012 begon hij zijn studies aan het Koninklijk Conservatorium van Brussel in de klas van Didier Poskin. Vervolgens studeerde hij kamermuziek, wat hem ertoe aanzette om concerten te geven in België en Frankrijk.
Momenteel combineert hij muziekonderwijs als onderdeel van een sociaal-muzikaal project in Brussel met concerten met verschillende ensembles in België, waaronder het Trio Memento.

Marco Mantovani

Marco Mantovani werd in Mantova geboren en studeerde af er aan het conservatorium onder leiding van Antonio Pulleghini met de hoogste cijfers en onderscheidingen. Daarna studeerde hij drie jaar bij Andrea Lucchesini aan “Scuola di Musica di Fiesole”  in Firenze, waar hij cum laude afstudeerde. Hij behaalde zijn Master in ‘Piano Performance’ (2017) en zijn ‘Postgraduate’ diploma (2018), beide met de hoogste onderscheiding, aan het Koninklijk Conservatorium Brussel in de klas van Aleksandar Madzar. In 2017 ontving hij van het Conservatorium de prijs ‘Ingeborg Köberle’ als ‘meest veelbelovende student van het jaar’. Fundamenteel voor zijn artistieke ontwikkeling, zijn ook de adviezen geweest die hij kreeg van de beroemde Portugese pianiste Maria João Pires.

Zijn repertoire reikt van Bach tot Hedendaagse muziek. Zijn passie voor kamermuziek drijft hem ertoe om regelmatig met verschillende musici op te treden en hij is stichtend lid van het “Egmont Chamber Music” ensemble.

Marco Mantovani is assistent-professor piano aan het Koninklijk Conservatorium Brussel, pianoprofessor aan het Conservatoire de Pantin in Parijs en doctoraatsonderzoeker aan het Koninklijk Conservatorium Brussel en de Vrije Universiteit Brussel in het ‘Doctoraat in de Kunsten’.

Evan Buttar

Evan Buttar heeft een gevarieerde en internationale carrière als uitvoerend musicus op zowel de barokcello als de viola da gamba. Hij heeft opgetreden met groepen als het Orkest van de Achttiende Eeuw, Le Concert des Nations, Ensemble Zefiro, PRJCT Amsterdam en Wrocław Baroque Orchestra, en speelt regelmatig met verschillende ensembles, waaronder het Luthers Bach Ensemble, Musica Gloria, Das Neue Mannheimer Orchester en het Butter Quartet, een historisch geïnformeerd strijkkwartet waarvan hij een van de oprichters is. Zijn kamer- en orkestervaringen hebben hem op internationale podia gebracht op talloze festivals, waaronder het Utrecht Early Music Festival, het MA Festival Brugge, Mozartfest Würzburg, Festival Berlioz, Chopin and his Europe Festival, het Innsbruck Festival of Early Music, de Beethoven Academy in Wrocław en de String Quartet Biennale Amsterdam.

Evan begon op jonge leeftijd met muziek maken in Vancouver, Canada. Na het behalen van een bachelordiploma moderne cello aan de Universiteit van Ottawa in 2014, inspireerde zijn fascinatie voor historisch geïnformeerde uitvoeringspraktijken hem om naar Nederland te verhuizen, waar hij momenteel woont. Daar behaalde hij in 2016 een masterdiploma barokcello bij Jaap ter Linden aan het Koninklijk Conservatorium Den Haag en datzelfde jaar begon hij daar aan een tweede masterstudie op de viola da gamba bij Mieneke van der Velden en Philippe Pierlot, die hij in 2018 afrondde.

Evan bespeelt een barokcello van Jakob Weiss (ca. 1745) die hij genereus in bruikleen heeft gekregen uit de collectie van het Nederlands Muziekinstrumenten Fonds.

Pieter De Praetere

Pieter De Praetere is een Belgische contratenor. Als solist legt hij zich vooral toe op barokmuziek. Daarnaast is hij een veelgevraagde figuur in het muziektheater.

Pieter is geboren in een muzikale familie. Op zijn 10de gaat hij stemvorming volgen bij Pascal Devreese in Ronse. Op zijn 16de trekt hij naar countertenor Steve Dugardin in Antwerpen. Tijdens zijn studies Literatuurwetenschappen aan de Universiteit Gent volgt hij les bij Hilde Coppé. Kort daarna trekt hij naar het Koninklijk Conservatorium Brussel bij Lena Lootens.

Als solist heeft Pieter een stevig repertoire opgebouwd. Zo vertolkt hij solistenrollen in Messiah van Händel, Stabat Mater van Pergolesi, Gloria van Vivaldi en een aanzienlijk aandeel van cantates, motetten en oratoria van J.S. Bach. Hiermee staat hij op binnen- en buitenlandse podia. Pieter zingt o.a. met de orkesten Musica Gloria, Il Gardellino, B’Rock, BachPlus, Apotheosis … Met Beniamino Paganini en Nele Vertommen van ensemble Musica Gloria werkt hij al enkele jaren intens samen. Samen brachten ze al enkele succesvolle Europese tournees tot stand en ook dit seizoen staan zij samen op binnen – en buitenlandse podia en in de opnamestudio.
In 2024 debuteert Pieter in de opera: in de Reaktorhalle in München zingt hij een hoofdrol in de operacreatie ‘Invitation to a Beheading’ van regisseur Maria Chagina en componist Leon Zmelty. Met het festival Midsummer Mozartiade en Orchestre Royal de Wallonie zingt hij de rol van Farnace in Mozarts ‘Mitridate, Re di Ponte’ in Brussel, Mons en Namur.

Naast zijn werk als klassiek zanger is Pieter een veelgevraagd figuur in het Vlaamse theaterlandschap. Met Muziektheater Broder toert hij al jaren door België met poëtische familievoorstellingen met en over klassieke muziek (Franzerl, Babushka, Seaking…)

Beniamino Paganini

Beniamino Paganini (°1994) heeft al van jongs af aan een passie voor oude muziek. Op 16-jarige leeftijd startte hij aan beide Koninklijke Conservatoria van Brussel, later aan de conservatoria van Leuven en Den Haag. Hij ontving zijn masterdiploma’s voor Traverso (2016), Klavecimbel (2017), Maestro al Cembalo (2019) en een bachelordiploma Musicologie (2018), allen met grote onderscheiding. Hij studeerde traverso bij Barthold Kuijken, Frank Theuns en Jan De Winne, renaissance fluit bij Kate Clark en Patrick Beuckels, klavecimbel bij Frédérick Haas, Fabio Bonizzoni, Kris Verhelst en Maestro al Cembalo bij Patrick Ayrton en musicologie aan de KU Leuven waar hij eveneens het diploma Educatieve master Cultuurwetenschappen behaalde.

Daarnaast treedt hij ook op met claviorganum, orgel en blokfluit. Door de Belgische Muziekpers werd hij uitgeroepen tot Jonge Musicus van het jaar 2020 en Klara selecteerde hem in 2021 als één van de Twintigers. Hij behaalde meerdere eerste prijzen en ontving de ‘Sonderpreis der Jury’ op de Internationale Telemann Wedstrijd (2021).

Beniamino is oprichter en, samen met Nele Vertommen, algemene en artistieke leider van het barokensemble Musica Gloria. Met dit ensemble speelt hij een dertigtal concerten per jaar voor organisaties als AMUZ (BE), Bachfest Leipzig (DE), BOZAR (BE), Concertgebouw Brugge (BE), De Bijloke (BE), Klara (BE), Les Festivals de Wallonie (BE), MA Festival (BE), Musica Antica (NL) en Trigonale Festival (AT). Ook realiseerde hij met Musica Gloria reeds talrijke video-opnames en cd’s

Verder werkt hij samen met vele andere ensembles zoals Il Gardellino, Scherzi Musicali, B’Rock en La Petite Bande in concerten en opnames. 

Nele Vertommen

Nele Vertommen (°1999) werd reeds als 5-jarige geboeid door oude muziek. Hier werd haar al duidelijk dat ze deze muziek ook zelf wilde kunnen spelen.

Enkele jaren later startte ze met hobolessen bij Korneel Alsteens. Wanneer ze na 2 jaar spelen ontdekte dat de prachtige hobo-solo’s uit de Mattheüs-Passie eigenlijk voor de barokhobo geschreven werden, ontstond het idee om barokhoboïste te worden.

Op haar 14de begon ze met zelfstudie voor barokhobo, waarna ze zich op 15-jarige leeftijd studente kon noemen aan het Koninklijk Conservatorium Brussel, in de klas van Marcel Ponseele. Na een tussenjaar in Den Haag, ontving ze daar haar bachelordiploma met grote onderscheiding. Terug in België voltooide ze haar masterdiploma, eveneens met grote onderscheiding. Kort na haar afstuderen werd ze geselecteerd door Klara om deel uit te maken van hun reeks “De Twintigers”. Omdat ze ook een grote liefde heeft voor vroeger repertoire, werkt ze sinds enkele jaren ijverig aan haar vaardigheden op vroegere dubbelrietinstrumenten.

Samen met haar partner Beniamino Paganini leidt ze Musica Gloria. Dit ensemble treedt op voor organisaties zoals BOZAR (BE), Trigonale (AT), Bachfest Leipzig (DE), AMUZ (BE), Festivals de Wallonie (BE), SHFestival (CZ), Concertgebouw Brugge (BE), TAM Regensburg (DE) en 30CC (BE) en heeft al verschillende cd’s opgenomen. 

Behalve met Musica Gloria, speelt Nele regelmatig met ensembles als Il Gardellino (BE), A Nocte Temporis (BE), La Chapelle Harmonique (FR), Collegium Marianum (CZ), Gli Angeli Genève (CH), Le Poème Harmonique (FR), Utopia Orchestra (DE) en Concerto Köln (DE).